BMI versus lichaamscompositie: wat is wat?

BMI staat voor 'body mass index' en is een maat voor het gewicht van een persoon in verhouding tot de lengte. Het is een eenvoudige wiskundige vergelijking die snel en gemakkelijk kan worden berekend met alleen de lengte- en gewichtsgegevens van een persoon, wat het toegankelijk en populair maakt binnen de medische wereld en daarbuiten. Het is geen maat voor lichaamsvet – een veelvoorkomende misvatting – maar het korreleert vaak wel met lichaamsvet, omdat het inzicht biedt in of je waarschijnlijk een gezond lichaamsgewicht hebt voor je lengte. Het is belangrijk om te beseffen dat BMI een algemene indicator is voor gezondheid en ziekterisico, niet een directe meting van de lichaamscompositie van een persoon.

Lichaamscompositie meet daarentegen specifiek hoeveel van een individu's totale gewicht afkomstig is van magere massa (spieren, botten, bindweefsel en water) en hoeveel afkomstig is van vet. Het nauwkeurig bepalen van de lichaamscompositie is voor de meeste mensen veel minder toegankelijk, wat vaak het gebruik van duur uitrusting en testen via verschillende methoden vereist. Het duidelijke voordeel is dat de lichaamscompositie je vetpercentage onthult, waardoor je meer inzicht krijgt in je gezondheid en risico op ziekten dan alleen met BMI.

Lichaamscompositietesten zijn ook nuttiger voor een grotere verscheidenheid aan lichaamstypen, inclusief personen die een gezonde BMI hebben maar een hoger vetpercentage (soms aangeduid als 'mager-vet'), evenals hen die zeer spiermassa-gericht zijn, die mogelijk een ongezonde BMI hebben maar ook een gezond vetpercentage.